A search into the culture of the mind
in an attempt to reconstruct events
and explore the empty memories
recollected in parts and potsherds
carving a way into reexperience and awareness
"The past is not
dead. It's not even the past." cit. William
Faulkner
Kan iedereen dissocieren?
Dissocieren komt van dis-associeren, het
tegenovergestelde dus van associeren. Dissociatie is een natuurlijke
reactie op acuut trauma of stress. Dissociatie
betekent een gebrekkige integratie of een
fragmentatie van persoonlijke belevingen
of waarnemingen, emoties, sensaties en gedachten,
maar zónder verlies van de identiteitsbeleving.
Werd de term vroeger zelden gebruikt, tegenwoordig
lijkt het voor van alles en nog wat gebruikt
te worden. De bewering dat dissociatie vergelijkbaar
zou zijn met bijv.: verstrooid zijn, in
gedachten zijn, snelwegtrance of dagdromen
e.d. klopt niet helemaal en is een verkeerd
gebruik van het woord 'dissociatie'. Men
behoudt immers zijn 'ik-besef' (ook
wel reality testing genoemd), ook al
is men in gedachten of aan het dagdromen.
Dissociatieve verschijnselen komen
vaak voor, ten gevolge van ernstig psychologisch
trauma (bijv. een ernstig auto ongeluk,
als iemand zeer ernstig ziek is of dat te
horen krijgt, natuurrampen, oorlogssituaties,
gijzelingen, ontvoeringen etc.)
Ook komt het voor als symptoom
of verschijnsel bij verschillende
persoonlijkheidsstoornissen. Men spreekt
van een 'dissociatief symptoom'
als het voorkomt bij een andere psychische
stoornis zoals bijvoorbeeld; autisme, schizofrenie,
borderline etc.
Dissociatieve symptomen of verschijnselen
kunnen een dissociatieve stoornis
worden, als het in belangrijke mate persoonlijk
lijden of beperkingen veroorzaakt en het
dagelijks functioneren belemmert op sociaal
en persoonlijk terrein.
Is - DIS (dissociatieve
Identiteits Stoornis, vroeger Meervoudige
Persoonlijkheid Stoornis genoemd) hetzelfde
als een gespleten persoonlijkheid?
Gespletenheid (splitsing) en ernstige dissociatie
behoren in wezen tot hetzelfde fenomeen.
Maar om bij DIS/MPS te spreken van een gespleten
persoonlijkheid gaat toch te ver. Eigenlijk
kan men alleen letterlijk spreken van een
gespleten persoonlijkheid als de beide hersenhelften
los van elkaar functioneren, omdat ze los
gesneden zijn. Maar elke persoonlijkheid,
of het nu medisch of psychisch is, bestaat
uit zoveel verschillende facetten en is in
werkelijkheid veel te complex, om te kunnen
spreken van een 'gespleten persoonlijkheid'.
Het is een term die vooral gebezigd wordt
in populaire fictieve boeken, films en andere
media.
Bij DIS zijn er als het ware muren gecreëerd
tussen delen van de persoonlijkheid die zich
heeft opgesplitst in fragmenten, dit tegelijk
met de beleefde traumatische ervaringen die
aldus worden afgesplitst. Niet te
verwarren met zogenoemde gespletenheid zoals
deze voor kan komen bij schizofrenie patienten,
bij wie bepaalde hersenfuncties niet op een
gebruikelijke wijze functioneren. Vroeger
werd extreme DIS vaak gemisdiagnosticeerd
als schizofrenie.
Bij welke groep
van mensen komt dis/mps het meest voor
(M of V)?
En in welke klassen komt het meestal
voor? (hogere of lagere)?
Doordat vrouwen hun agressie meestal meer
naar binnen richten en mannen meer naar
buiten, is het aannemelijk dat de eerste
groep meer in het psychiatrisch-, en de
tweede meer in het criminele circuit, belanden.
Om die reden lijkt het wellicht dat de stoornis
meer voorkomt bij vrouwen (en wetenchappelijke
onderzoeken tonen dat voorlopig aan).
Het komt ook voor bij mannen (maar er
is nog weinig onderzoek gedaan binnen penitiaire
inrichtingen).
Het komt in alle klassen en lagen van de
bevolking voor. Met dit verschil dat het
binnen de zgn. hogere klassen wellicht meer
verborgen blijft of kan blijven.
Is het te behandelen?
Door wie?
En moeten/kunnen alters in therapie
aan bod komen?
Ja!. Een DIS-cliënt(e) behoort behandeld
te worden door een ter zake kundige en afgestudeerde
psychiater of psychotherapeut, die op de
hoogte is van traumaverwerking en de specifieke
behandeling voor dissociatieve stoornissen.
Naast deze primaire behandeling wordt soms
een aanvullende lichaamsgerichte therapie
aanbevolen zoals bijv. haptonomie, P.M.T.
of een vorm van creatieve of groepstherapie.
In een therapie bij een DIS deskundige
therapeut(e) kunnen alters aan bod komen
als hulp om de onderlinge samenwerking tussen
alters te vergroten. Zo worden volwasssen
delen uitgelegd hoe zij de getraumatiseerde
(kind)delen kunnen helpen en kunnen overspoelende
herbelevingen terug gestopt worden op een
veilige plek, totdat er plaats voor is om
deze herinneringen te verwerken. Maar met traumaverwerking wordt niét
bedoeld, dat men binnen een therapie zonodig
de traumatische herinneringen moet herbeleven.
Het gaat om het bijbehorende intense affect
(gevoel) van dat (alter-)trauma wat verwerkt
moet worden.
Helaas is het nog zo dat veel therapeuten
op het gebied van traumaverwerking en dissociatieve
stoornissen alters (en hún affect)
niet aan bod willen laten komen in de therapie,
of deze gewoonweg negeren. Als de patient
traumaverwerking niet aankan is dat uiteraard
een goede zaak. Maar er blijken veel patienten
te zijn die hun trauma's wel willen verwerken
en/of intern zodanig overspoeld worden door
traumamateriaal dat hier wel aan gewerkt
zou móeten worden, maar toch in therapie
of van de therapeut(e) hiervoor geen mogelijkheden
krijgen.
Dit met alle verstrekkende en nadelige gevolgen
van dien voor de patient(e).
Anders dan veel hulpverleners denken, zijn
patienten vaak heel goed in staat om zelf
aan te geven of zij wel of niet aan traumaverwerking
willen doen en dat wel of niet aan kunnen.
Mijn
jongste kind speelt vaak met een fantasievriendje.
Moet ik me daar zorgen over maken?
Nee, daar hoeft u zich absoluut geen zorgen
over te maken! Het is juist belangrijk en
ook heel goed dat jonge kinderen hun fantasie
ontwikkelen en soms hoort daar een gefantaseerd
speelkameraadje bij. Wat dat betreft is
het eerder een reden tot zorg, als kleine
kinderen geen of weinig fantasie en/of voorstellingsvermogen
aan de dag leggen.
Zorg(en) zijn wel op hun plaats als jonge
kinderen (daarnaast) onrustbarende gedragingen
vertonen, zoals bijv: plotseling bedplassen,
dagenlang achterelkaar niet spreken, zich
abnormaal terugtrekken of sterk ontwijkend
gedrag, (buiten proportioneel) ruzie zoeken
of vechten, enzovoort. Als er sprake is
van dit soort gedragingen, dan kunt u er
zeker van zijn dat er iets mis is.
Is het erfelijk?
En welke invloed heeft het op kinderen?
DIS/MPS is niet erfelijk in genetische zin.
Wel kan de stoornis (verstrekkende) gevolgen
hebben voor kinderen, als een van de ouders
deze stoornis heeft. Zoals bij elke ziekte
of stoornis van een van de ouders, is deze
natuurlijk in meer of mindere mate, van
invloed op de kinderen van die ouders(s).
Bij DIS is het vaak extra moeilijk voor
kinderen, omdat alle psychiatrische stoornissen
en ziekten, onder de jeugd moeilijk bespreekbaar
zijn en vaak eng gevonden worden. Zodat
kinderen het niet openlijk met hun leeftijdgenootjes
of zelfs docenten kunnen bespreken en zich
hierdoor niet zelden geïsoleerd kunnen
voelen.
Daarnaast kunnen kinderen van een ouder
met DIS/MPS het extra moeilijk hebben, omdat
niet zelden de ouderlijke familie één
of meerdere daders herbergt (of op enigerlei
wijze betrokken is geweest bij traumatisch
ervaringen van de ouder). Ontkenning binnen
de ouderlijke famillie heeft ook weer invloed
op klein-kinderen, omdat de getroffen ouder
in zijn/haar bestaan ontkend wordt, of deze
ouder als een gek, idioot of fantast versleten
wordt en daarmee tevens twijfel en angst
zaait bij het (klein-)kind.
Door al deze punten en naast het plotseling
switchen en tegengestelde gedragingen van
de ouder t.o.v. het kind, kan het gebeuren
dat óók een klein kind vervolgens
uit een overlevingsmechanisme, 'dissociatieve
fenomenen', gaat ontwikkelen.
Men zou dus kunnen zeggen dat de stoornis
sociaal erfelijk (in meer of mindere mate)
kan worden.
Wanneer hoor
je stemmen? En wat is het precies?
Schizofrenen en mensen in een psychotische
staat claimen vaak dat zij stemmen horen die
van buiten komen. Dit is zelden of nooit het
geval bij mensen die gediagnosticeerd zijn
als DIS/MPS. Zij zijn zich altijd bewust dat
zij de stemmen van binnenuit horen.
Hiermee wordt dan bedoeld stemmen als 'vreemden'
in het hoofd. 'Vreemden', (alters/delen) omdat
men vaak terdege weet dat deze stemmen uit
haar/hem zelf komen, maar overduidelijk niet
uit de eigen gedachten (gang) voortkomt of
voort kan komen, van de (hoofd)persoon die
er op dat moment is.
Waarom kunnen
mensen met een oorlogsverleden zich
trauma's vaak wel herinneren en waarom
mensen met een D.I.S. niet?
Dit heeft enerzijds te maken met de fragmentering
en amnesie bij een D.I.S. Anderzijds, maar
zeker niet minder belangrijk, is er het
gegeven dat bijvoorbeeld een oorlog en natuurrampen,
door meerdere mensen tegelijk wordt meegemaakt.
Ook al zal ieder het op zijn/haar eigen
wijze beleven. Het is een collectief trauma,
waar kindermishandeling -en misbruik individuele
trauma's zijn en bijna altijd omgeven met
ernstige dreiging en geheimhoudingsplicht.
In de meeste gevallen dreigen daders met
dood en geweld, als het slachtoffer er over
wil (gaan) praten met derden. Omdat het
bovendien om kinderen gaat, die nog in afhankelijkheidspositie
binnen het gezin zitten, maakt het naar
buiten treden nog eens extra moeilijk.
Het grote verschil zit er kortweg in: dat
slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen
daar met elkaar over kunnen praten en er
bovendien in de meeste gevallen ook veel
media -en publieksaandacht voor is. Zodat,
-hoewel niet in finesse-, iedereen weet
wat de slachtoffers is overkomen.
Bij kindermishandeling is dit niét
het geval. Waarschijnlijk zou de D.I.S.
helemaal niet bestaan, als er over het beleefde
trauma gepraat zou kunnen worden, en/of
op tijd ingegrepen zou worden.
Hoe moet, of
kan je het beste, omgaan met deze mensen?
Het beste is om hen, zoals bij iedereen
met een ziekte, handicap of persoonlijkheidsstoornis,
dat zélf en openlijk te vragen. En
zoals in de meeste gevallen van ziekten
en handicaps, zullen ook deze mensen geen
speciale behandeling willen of vragen. Maar
zullen zij waarschijnlijk wél graag
over hun bijzondere (moeilijke) situatie
en ervaringen willen praten.