Veel gestelde vragen
  Wat zijn dissociatieve stoornissen?
  Download folder dissociatieve stoornissen (pdf)
  Neurologische gevolgen van trauma (folder)
  Neurologische gevolgen van trauma (korte uitleg)
  Wat is PTSS (chronische PTSS)?
  Wat is DIS/MPS?
  Wat is DIS/MPS? (kort)
  Download voorbeeld crisiskaart (pdf)  
Kan iedereen dissocieren?

Dissocieren komt van dis-associeren, het tegenovergestelde dus van associeren.
Dissociatie is een natuurlijke reactie op acuut trauma of stress. Dissociatie betekent een gebrekkige integratie of een fragmentatie van persoonlijke belevingen of waarnemingen, emoties, sensaties en gedachten, maar zónder verlies van de identiteitsbeleving.
Werd de term vroeger zelden gebruikt, tegenwoordig lijkt het voor van alles en nog wat gebruikt te worden. De bewering dat dissociatie vergelijkbaar zou zijn met bijv.: verstrooid zijn, in gedachten zijn, snelwegtrance of dagdromen e.d. klopt niet helemaal en is een verkeerd gebruik van het woord 'dissociatie'. Men behoudt immers zijn 'ik-besef' (ook wel reality testing genoemd), ook al is men in gedachten of aan het dagdromen.

Dissociatieve verschijnselen komen vaak voor, ten gevolge van ernstig psychologisch trauma (bijv. een ernstig auto ongeluk, als iemand zeer ernstig ziek is of dat te horen krijgt, natuurrampen, oorlogssituaties, gijzelingen, ontvoeringen etc.)
Ook komt het voor als symptoom of verschijnsel bij verschillende persoonlijkheidsstoornissen. Men spreekt van een 'dissociatief symptoom' als het voorkomt bij een andere psychische stoornis zoals bijvoorbeeld; autisme, schizofrenie, borderline etc.

Dissociatieve symptomen of verschijnselen kunnen een dissociatieve stoornis worden, als het in belangrijke mate persoonlijk lijden of beperkingen veroorzaakt en het dagelijks functioneren belemmert op sociaal en persoonlijk terrein.

Is - DIS (dissociatieve Identiteits Stoornis, vroeger Meervoudige Persoonlijkheid Stoornis genoemd) hetzelfde als een gespleten persoonlijkheid?

Gespletenheid (splitsing) en ernstige dissociatie behoren in wezen tot hetzelfde fenomeen.
Maar om bij DIS/MPS te spreken van een gespleten persoonlijkheid gaat toch te ver. Eigenlijk kan men alleen letterlijk spreken van een gespleten persoonlijkheid als de beide hersenhelften los van elkaar functioneren, omdat ze los gesneden zijn. Maar elke persoonlijkheid, of het nu medisch of psychisch is, bestaat uit zoveel verschillende facetten en is in werkelijkheid veel te complex, om te kunnen spreken van een 'gespleten persoonlijkheid'. Het is een term die vooral gebezigd wordt in populaire fictieve boeken, films en andere media.

Bij DIS zijn er als het ware muren gecreëerd tussen delen van de persoonlijkheid die zich heeft opgesplitst in fragmenten, dit tegelijk met de beleefde traumatische ervaringen die aldus worden afgesplitst. Niet te verwarren met zogenoemde gespletenheid zoals deze voor kan komen bij schizofrenie patienten, bij wie bepaalde hersenfuncties niet op een gebruikelijke wijze functioneren. Vroeger werd extreme DIS vaak gemisdiagnosticeerd als schizofrenie.

 

Bij welke groep van mensen komt dis/mps het meest voor (M of V)?
En in welke klassen komt het meestal voor? (hogere of lagere)?

Doordat vrouwen hun agressie meestal meer naar binnen richten en mannen meer naar buiten, is het aannemelijk dat de eerste groep meer in het psychiatrisch-, en de tweede meer in het criminele circuit, belanden. Om die reden lijkt het wellicht dat de stoornis meer voorkomt bij vrouwen (en wetenchappelijke onderzoeken tonen dat voorlopig aan). Het komt ook voor bij mannen (maar er is nog weinig onderzoek gedaan binnen penitiaire inrichtingen).

Het komt in alle klassen en lagen van de bevolking voor. Met dit verschil dat het binnen de zgn. hogere klassen wellicht meer verborgen blijft of kan blijven.

 

Is het te behandelen? Door wie?
En moeten/kunnen alters in therapie aan bod komen?


Ja!. Een DIS-cliënt(e) behoort behandeld te worden door een ter zake kundige en afgestudeerde psychiater of psychotherapeut, die op de hoogte is van traumaverwerking en de specifieke behandeling voor dissociatieve stoornissen.
Naast deze primaire behandeling wordt soms een aanvullende lichaamsgerichte therapie aanbevolen zoals bijv. haptonomie, P.M.T. of een vorm van creatieve of groepstherapie.

In een therapie bij een DIS deskundige therapeut(e) kunnen alters aan bod komen als hulp om de onderlinge samenwerking tussen alters te vergroten. Zo worden volwasssen delen uitgelegd hoe zij de getraumatiseerde (kind)delen kunnen helpen en kunnen overspoelende herbelevingen terug gestopt worden op een veilige plek, totdat er plaats voor is om deze herinneringen te verwerken.
Maar met traumaverwerking wordt niét bedoeld, dat men binnen een therapie zonodig de traumatische herinneringen moet herbeleven. Het gaat om het bijbehorende intense affect (gevoel) van dat (alter-)trauma wat verwerkt moet worden.

Helaas is het nog zo dat veel therapeuten op het gebied van traumaverwerking en dissociatieve stoornissen alters (en hún affect) niet aan bod willen laten komen in de therapie, of deze gewoonweg negeren. Als de patient traumaverwerking niet aankan is dat uiteraard een goede zaak. Maar er blijken veel patienten te zijn die hun trauma's wel willen verwerken en/of intern zodanig overspoeld worden door traumamateriaal dat hier wel aan gewerkt zou móeten worden, maar toch in therapie of van de therapeut(e) hiervoor geen mogelijkheden krijgen.
Dit met alle verstrekkende en nadelige gevolgen van dien voor de patient(e).
Anders dan veel hulpverleners denken, zijn patienten vaak heel goed in staat om zelf aan te geven of zij wel of niet aan traumaverwerking willen doen en dat wel of niet aan kunnen.

 

Mijn jongste kind speelt vaak met een fantasievriendje. Moet ik me daar zorgen over maken?

Nee, daar hoeft u zich absoluut geen zorgen over te maken! Het is juist belangrijk en ook heel goed dat jonge kinderen hun fantasie ontwikkelen en soms hoort daar een gefantaseerd speelkameraadje bij. Wat dat betreft is het eerder een reden tot zorg, als kleine kinderen geen of weinig fantasie en/of voorstellingsvermogen aan de dag leggen.

Zorg(en) zijn wel op hun plaats als jonge kinderen (daarnaast) onrustbarende gedragingen vertonen, zoals bijv: plotseling bedplassen, dagenlang achterelkaar niet spreken, zich abnormaal terugtrekken of sterk ontwijkend gedrag, (buiten proportioneel) ruzie zoeken of vechten, enzovoort. Als er sprake is van dit soort gedragingen, dan kunt u er zeker van zijn dat er iets mis is.

 

Is het erfelijk? En welke invloed heeft het op kinderen?


DIS/MPS is niet erfelijk in genetische zin. Wel kan de stoornis (verstrekkende) gevolgen hebben voor kinderen, als een van de ouders deze stoornis heeft. Zoals bij elke ziekte of stoornis van een van de ouders, is deze natuurlijk in meer of mindere mate, van invloed op de kinderen van die ouders(s).

Bij DIS is het vaak extra moeilijk voor kinderen, omdat alle psychiatrische stoornissen en ziekten, onder de jeugd moeilijk bespreekbaar zijn en vaak eng gevonden worden. Zodat kinderen het niet openlijk met hun leeftijdgenootjes of zelfs docenten kunnen bespreken en zich hierdoor niet zelden geïsoleerd kunnen voelen.

Daarnaast kunnen kinderen van een ouder met DIS/MPS het extra moeilijk hebben, omdat niet zelden de ouderlijke familie één of meerdere daders herbergt (of op enigerlei wijze betrokken is geweest bij traumatisch ervaringen van de ouder). Ontkenning binnen de ouderlijke famillie heeft ook weer invloed op klein-kinderen, omdat de getroffen ouder in zijn/haar bestaan ontkend wordt, of deze ouder als een gek, idioot of fantast versleten wordt en daarmee tevens twijfel en angst zaait bij het (klein-)kind.

Door al deze punten en naast het plotseling switchen en tegengestelde gedragingen van de ouder t.o.v. het kind, kan het gebeuren dat óók een klein kind vervolgens uit een overlevingsmechanisme, 'dissociatieve fenomenen', gaat ontwikkelen.
Men zou dus kunnen zeggen dat de stoornis sociaal erfelijk (in meer of mindere mate) kan worden.

 

Wanneer hoor je stemmen? En wat is het precies?

Schizofrenen en mensen in een psychotische staat claimen vaak dat zij stemmen horen die van buiten komen. Dit is zelden of nooit het geval bij mensen die gediagnosticeerd zijn als DIS/MPS. Zij zijn zich altijd bewust dat zij de stemmen van binnenuit horen.
Hiermee wordt dan bedoeld stemmen als 'vreemden' in het hoofd. 'Vreemden', (alters/delen) omdat men vaak terdege weet dat deze stemmen uit haar/hem zelf komen, maar overduidelijk niet uit de eigen gedachten (gang) voortkomt of voort kan komen, van de (hoofd)persoon die er op dat moment is.

 

Waarom kunnen mensen met een oorlogsverleden zich trauma's vaak wel herinneren en waarom mensen met een D.I.S. niet?

Dit heeft enerzijds te maken met de fragmentering en amnesie bij een D.I.S. Anderzijds, maar zeker niet minder belangrijk, is er het gegeven dat bijvoorbeeld een oorlog en natuurrampen, door meerdere mensen tegelijk wordt meegemaakt. Ook al zal ieder het op zijn/haar eigen wijze beleven. Het is een collectief trauma, waar kindermishandeling -en misbruik individuele trauma's zijn en bijna altijd omgeven met ernstige dreiging en geheimhoudingsplicht. In de meeste gevallen dreigen daders met dood en geweld, als het slachtoffer er over wil (gaan) praten met derden. Omdat het bovendien om kinderen gaat, die nog in afhankelijkheidspositie binnen het gezin zitten, maakt het naar buiten treden nog eens extra moeilijk.

Het grote verschil zit er kortweg in: dat slachtoffers van oorlogsgeweld en natuurrampen daar met elkaar over kunnen praten en er bovendien in de meeste gevallen ook veel media -en publieksaandacht voor is. Zodat, -hoewel niet in finesse-, iedereen weet wat de slachtoffers is overkomen.
Bij kindermishandeling is dit niét het geval. Waarschijnlijk zou de D.I.S. helemaal niet bestaan, als er over het beleefde trauma gepraat zou kunnen worden, en/of op tijd ingegrepen zou worden.

 

Hoe moet, of kan je het beste, omgaan met deze mensen?


Het beste is om hen, zoals bij iedereen met een ziekte, handicap of persoonlijkheidsstoornis, dat zélf en openlijk te vragen. En zoals in de meeste gevallen van ziekten en handicaps, zullen ook deze mensen geen speciale behandeling willen of vragen. Maar zullen zij waarschijnlijk wél graag over hun bijzondere (moeilijke) situatie en ervaringen willen praten.

 

© stichting empty memories